Beste Chantal,
Zoals je waarschijnlijk wel weet codeert DNA voor eiwitten. Het DNA is een bouwplan voor de eiwitten. Insuline is zo'n eiwit.
Het bekendste voorbeeld van de genetische manipulatie met bacteriën is het inbouwen van het menselijk insuline DNA in de bacterie Escherichia Coli (ook wel E. Coli genoemd). Mensen die gebrek hebben aan insuline (diabetes patiënten) kunnen zo voldoende menselijk insuline krijgen. Dat is een groot voordeel. Vroeger moest dit geperst worden uit de alvleesklier van geslachte varkens. Dat varkensinsuline werkt minder goed dan menselijk insuline uit de bacterie omdat het iets anders is qua chemische structuur.
Het inbouwen van menselijk insuline DNA in de bacterie gaat als volgt. Zie hiervoor het volgende plaatje dat komt van Access Excellence
In dit plaatje wordt een stukje menselijk (humaan) DNA dat codeert voor insuline ingebouwd in een plasmide. Plasmides zijn stukjes rond DNA die voorkomen naast het gewone DNA dat zich bevindt in de chromsomen. Dit speciale plasmide DNA komt alleen voor in bacteriën. Dit is erg handig bij genetische manipulatie. Je kunt plasmides gemakkelijk “openknippen” met stofjes die restrictie-enzymen genoemd worden. Vervolgens kun je daar heel gemakkelijk een stukje menselijk DNA inplakken.
Het terugzetten van de plasmides in de bacterie wordt transfectie genoemd.
Vervolgens gaan de plasmiden delen in deze bacterie. Ook gaan deze bacteriën zelf delen. Zo kun je heel veel insuline DNA kloneren. Dit DNA kun je overzetten in andere organisme voor productie van het gecodeerde eiwit. Als je speciale E. Coli bacteriën hebt kun je die gebruiken om insuline eiwitten te produceren op basis van de informatie op de plasmide.
Succes